Klaas Reinders
Start
Omhoog

  Site Meter

Even omzien.

Wanneer ik iets te berde breng naar aanleiding van bovenstaand kopje, dan moet u niet denken dat ik uit mijn aantekeningen citeer. Die bezit ik helaas niet. Zonder bron, met mijn vage herinneringen moet ik op pad gaan. Ik vermoed dat we met z'n allen er van bewust zullen zijn dat herinneringen, uit wat wel eens genoemd wordt "een grijs verleden", een andere kleur hebben aangenomen vanuit de positie van het heden. De tijd kleurt de herinneringen waardoor, zo zegt Bertus Aafjes in zijn "Sneeuw van weleer", deze herinneringen worden losgezongen van hun betekenis. We herkennen het verleden, zonder het opnieuw te beleven, zoals het destijds voor ons geweest moet zijn. Dit ter inleiding.

Mijn leven is voor een groot gedeelte met de school verstrengeld geweest. De eerste school waar ik heel kortstondig mee in aanmerking kwam was de Middenschool, de school van meester van Ek. De Middenschool was de eerste christelijke school van Haulerwijk. In de Ooststellingwerver van 29 juli 1896 stond het volgende nieuws:

Haulerwijk.

Heden had de inwijding van de christelijke school op plechtige wijze plaats. Ds. Groot Nibbelink sprak de feestrede uit, terwijl daarna verschillende sprekers het woord voerden. De kinderen werden op koek, chocolade, enz, onthaald. Zaterdag zullen de lessen een aanvang nemen met een getal van plusminus 80 leerlingen. De bovenschool, bedoeld wordt, de openbare school, verliest hoogstens 10 á 12 leerlingen van de 180 leerlingen.

De kennismaking met de Middenschool was maar een min of meer pijnlijk moment. Op 19 september 1918, dus op 4 jarige leeftijd werd ik daar ingeënt tegen de pokken. Dat was toen wettelijk verplicht. In de wet van 1872 stond:

"De geneeskundige neemt bij de behandeling der entstof en bij de inenting de nodige antiseptische en aseptische voorzorg in acht. Bij elke inenting worden met het, met entstof bedeelde instrument, vijf schrapjes van ongeveer één centimeter lengte en ongeveer twee centimeter van elkaar verwijderd in de huid van het entveld gemaakt."

Zo zag een pokkenbriefje er uit:

© Copy uit Schalmei-rëunie boek "Vervlogen tijden"

In het jaar 1920 kwamen er twee nieuwe christelijke scholen bij op ons dorp. Eén te Haulerwijk-beneden en één te Haulerwijk-boven. De eerste drie jaar was ik leerling van de school beneden,(Midd,) waar meester Oosterhof hoofd was. De beide onderwijzers die ik daar heb meegemaakt waren meester Stob en meester Vos. Naderhand zijn wij verhuisd naar Haulerwijk-boven en ging ik voortaan naar de school waar meester Pilon hoofd was.(C.N.S.) Het was toen een tweemansschool. Meester Kronemeyer was onderwijzer in de klassen 1 tot en met 3, meester Pilon had de overige klassen.

Hoogtijdagen tijdens mijn lagere schooljaren waren de jaarlijkse schoolreisjes. Daarin was meester Pilon zijn tijd vooruit. Het meest spectaculaire reisje was een dagje Schiermonnikoog. Ik herinner me nog dat de boot niet kon afmeren in de haven vanwege de lage waterstand. Met paard en wagen werden we, door het water heen, van de boot gehaald.

Tussen de leerlingen van de christelijke school en die van de openbare school bestond in die tijd een soort van "koude oorlog", die soms ontaardde in een "warme veldslag". Eén van de aanvoerders van de christelijke school was, dunkt me, Jitze de Boer van de Slinke; een kampvechter van de openbare school Pije van der Velde, van de Meidoornlaan.

In 1934 ben ik zelf onderwijzer geworden aan de school van meester Pilon.

In feite zeg ik dit niet goed, want de titel moest zijn "kwekeling met akte". Er heerste in de dertiger jaren een afschuwelijke economische crisis. Die liet ook het onderwijs niet onberoerd. De overheid had een sollicitatiestop ingesteld. Er waren veel te veel werkloze onderwijzers. Daarbij kwam nog een drastische leerlingenschaal verhoging. Tengevolge daarvan werd de driemansschool een tweemansschool, niettegenstaande het aantal leerlingen dat groeide. Het bestuur heeft in deze situatie een "kwekeling" aangetrokken. Het was de heer Jan Tillema uit Zevenhuizen, op een "salaris" van 15 gulden per maand. In 1934 kwamen er in Haulerwijk vijf nieuwe onderwijzers klaar die dus ook niet aan de bak konden komen. Is dit misschien mede een reden geweest de beloning van de heer Tillema naar tien gulden per maand te brengen? In elk geval; de heer Tillema bedankte toen voor de eer. En zo kwam ik in de race. De eerste drie jaar heb ik les gegeven aan de klassen 1 en 2 op een "salaris" van ƒ10,-- per maand. Daarna werd het ƒ25,-- per maand. Toen het aantal leerlingen in 1939 zodanig was gegroeid dat er weer een derde leerkracht kon worden benoemd met een normaal salaris, heeft het bestuur overwogen om toch maar een onderwijzeres te benoemen. De ethische kant van de leer is bij Gereformeerden nooit het sterkst geweest. Gelukkig ging die vlieger niet op. Meester Pilon is voor mij in de bres gesprongen.

De tweede wereldoorlog bracht ook gevolgen voor de school mee. Het was meester Kronemeyer, die zich met alle kracht inzette voor ondergronds verzet tegen de Duitsers en de landverraders, wat tenslotte culmineerde in onderduiking. Toen tegen het eind van de oorlog alle jonge mannen werden gevorderd om te werken voor de bezetter heb ook ik tenslotte moeten onderduiken.

Een aardig voorvalletje. Wanneer er weer een razzia plaats had, werd je meestal voor die tijd gewaarschuwd. En dan was het wegwezen. Je liet de klas in de steek, om je te verbergen in het veld, totdat het gevaar voorbij was. Op een keer bleef de waarschuwing uit. De deur werd plotseling opengegooid door een Duitse soldaat. Hij wierp een haastige blik in het lokaal, doch hij zag geen meester. Wat was het geval? Ik zat op dat moment bij een leerling in de bank om hem te helpen. En dat was mijn geluk.

In de aanvangsklassen moesten de vaardigheden van het rekenen, lezen en schrijven worden aangeleerd. Ik meen dat hij Berend heette, een zoontje van J. L. Ook hij deed zijn uiterste best om de schrijfkunst machtig te worden. Dat ging eerst vrij goed. Doch op den duur ging het zienderogen achteruit. Dat bezorgde hem soms moppers van mijn kant. Later bleek dat hij een tumor in zijn hoofd had waardoor hij langzaam blind werd. Een tijd daarna is hij overleden. Ongewild heb je zo'n kind misschien veel verdriet bezorgd. Zoiets vergeet je je hele leven niet weer.

Hans zat denk ik in de tweede klas. In verband met onze trouwdag vierden we feest op school. Tijdens een spelletje moest hij op de bank gaan staan, maar het lukte niet meer. Het waren de eerste verschijnselen van de gevreesde kinderverlamming. Hans heeft, menselijk gesproken, voor de poort van de dood gelegen, maar God heeft zijn leven gespaard. Wel is hij zijn leven lang gehandicapt gebleven.

Natuurlijk waren er veel meer fijne dan verdrietige momenten in het schoolleven. Het beroep van onderwijzer is een enerverend beroep. Het is een voorrecht maar ook een opgave om de kinderen van Gods verbond te mogen onderwijzen en op te voeden. Ook opvoeders zijn immers mensen met zonden en gebreken. Stimulerend voor ons als onderwijzers is de tekst op de buitenmuur van het schoolgebouw:

Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet.

Lucas 18:16

Mst. Klaas Reinders.

 

 

Sinds 25-03-2001 met betere foto's 
Sinds 1-11-2001 met nog meer foto's       Nu ±260 stuks
Nu ook twee nieuwe foto's op http://www.haulerwijk.com/Vooruitgang/oud_haulerwijk.htm