![]() |
|
![]() ![]() |
Kromme vingers Wij hadden een leerkracht die nogal hield van experimentjes met elektriciteit. Er stond een bak met water in het lokaal en soms, zuinig als hij was, gooide de leerkracht daar een stuiver in. Wie dat wilde mocht dan proberen deze stuiver te pakken. Als je dat deed, zette de meester er wat stroom op. Eén keer was hij in een royale bui en gooide er een kwartje in. Wij, als jongens onder elkaar, zeiden dat dit wel erg kon worden als iemand 't wilde pakken. Toch was er één durfal die z'n hand erin stak, hij kon de verleiding niet weerstaan. Op dat moment werd de stroom zodanig "vermeerderd" dat de vingers van J. krom trokken. Wij riepen:" Meester, hij kan er niet meer uit!" J. stond later nog helemaal te schudden. De volgende dag kwam het bestuur op school; dit soort activiteiten mochten niet weer plaatsvinden. Straf kreeg je ook wel eens natuurlijk. Je werd dan met een liniaal over je vingers geslagen of met een stok achter tegen je benen, dát deed zeer! Onze meester had een stukje van de tuin bestemd voor schooltuintjes. Het tuintje van J. deed het niet; de vruchten bleven ver onder de maat. "Meester, myn tùn docht neat!" "Breng jij maar kopersulfaat mee" Het resultaat was de grootste uien en wortelen. Meester had er wel verstand van!. We moesten een keer de vlierstruiken rooien. Meester had een knuppel gemaakt. "Als jullie ondeugend zijn, krijg je met deze stok". Er waren veel kinderen die tussen de middag op school bleven eten. Op 'n dag waren zij aan 't "huisje bouwen" van zand en ik wilde meedoen. Zij wilden dat niet, wij kregen ruzie . Meester zag natuurlijk alleen wat ik deed en waarschuwde me dat als ik het nog eens deed, ik met de stok zou krijgen. De volgende dag was het weer raak. Ik dacht ongezien te blijven, maar opeens zag ik boven het matglas gedeelte van het raam tòch die twee ogen op mij gericht. Bij het binnen gaan van het lokaal zei de meester; "Blijf jij maar staan, je krijgt wat je beloofd is" Meester pakte de knuppel, ik moest mijn handen met de binnenkant vooruit steken, en hij sloeg...! Ik riep dat het toch niet zeer deed. Hij werd vreselijk kwaad en wilde mij een schop geven. Ik sprong een beetje opzij en daardoor schopte hij tegen de bank. Toen kreeg ik een straf wat ècht een straf voor mij was; honderd regels over schrijven uit "Ouwe Bram". Ja, dan moest je binnen zitten en juist dat boekje bevatte van die lange regels, je was er dan ook een mooie poos mee bezig. Misschien wel mede hierdoor herinner ik me nog twee boeken uit die tijd: "Ouwe Bram" en "Jaap Holm". Van meester Pilon kregen we allemaal een plantje mee. Ik had een fuchsia. Na verloop van tijd nam ieder zijn of haar plant dan weer mee naar school om te laten zien hoe groot het plantje was geworden. Je kon daar dan een prijs mee winnen. Meester vroeg waar mijn bloem was. Wel, die had ik van de vensterbank laten vallen, per ongeluk, dat wel. Maar, ik moest het toch meenemen van meester. Daar stond ik dan in de klas met mijn "bloem". Meester:" Hier is een bloem, die hebben ze laten vallen...., dat is niks!" De meisjes van de Vries hadden de grootste planten. Eerste prijs was een verguld potlood. (Deze kende ik wel, ze kwamen uit de Klokzeep. Ik had er zelf ook één.) De tweede prijs was een gom en de derde prijs was, volgens mij een gewoon potlood. Koninginnedag was op 31 augustus. We hadden dan een optocht en op het land van ten Hoor was er feest. De Oranjevereniging zorgde voor de spelen, er was een voedingscommissie die voor het eten en drinken zorgde. Meestal was bakker v.d. Mei één van de leden. De kleintjes moesten bijv. iets in een stoof steken. Er was vaak zaklopen, op een paal zitten en elkaar met een zak slaan, fietsen over hindernissen en stoelendans. De begeleiding bij de stoelendans werd gedaan door iemand van de muziekvereniging. Op het schoolplein deed je aan knikkeren, hoepelen, "topgooien" (tot er eentje door het raam ging, toen mocht het niet meer), huisjes in 't zand bouwen. Ik heb één keer gestolen. Ik liep van school naar huis langs de andere kant van de vaart. Ik liep mee met jongens die naar de Meidoornlaan moesten. Bij Jan v.d. Ley lagen onder de boom zoveel mooie gele appels. De jongens zeiden: "Jij kunt hard lopen, doe jij het maar" Het lag vol, ik propte zoveel mogelijk appels in mijn bloes. Ik rende weg en zag dat Jan mooi pijpje_rokend, naast huis, naar mij stond te kijken. Dat was nogal raar, of niet dan? Eigenlijk niet, want toen we de appels proefden, waren ze niet te eten, ze waren ontzettend bitter. Een vrouw die alles had gezien, had intussen mijn vader al ingelicht. Toen ik thuiskwam vroeg mijn vader waar de appels waren gebleven. Ik vertelde dat ik ze in de vaart had gegooid, omdat ze niet te eten waren. Waarop mijn vader zei; "Dat is dyn straf, kinst er wol dea oan gien!" Als een leerkracht ziek was, werd zo'n klas opgevangen door de oudste leerlingen. Wij hebben zo veel geleerd van Marchien Koops en Fenna Dijkstra. Er werd wel toezicht gehouden vanuit een ander lokaal d.m.v. de tussendeur of door door het raampje te kijken. In de oorlog was er een tijd niet genoeg te eten. De meester kreeg van een boerenzoon een fles melk. De volgende morgen kreeg hij een fles melk van een ander kind. Eén van de kinderen vertelde dat hij 's ochtends geen brood had gehad. Meester stuurde zijn eigen kinderen, met de melk, naar dat gezin. Hij vond dat je als christenen moest delen!. Arme mensen kregen in die tijd van de diaconie; die dikke boeren hadden geen flauw benul van wat er nodig was. In de oorlog werden de scholen met sluiting bedreigd; er was gebrek aan brandstof. De gemeente had zelf turf, dus de openbare scholen hadden voldoende. Maar we hadden van de gemeente een toewijzing gekregen, toen we de turf gingen halen kregen we het niet mee. Ik ben op de fiets gestapt en naar Tijnje gereden. Daar hadden ze wel eens van die zoute turf. Het was te proberen meer turf te krijgen dan dat je bonnen had. De controleur gaf zijn medewerking maar de boer (waar de turf lag) durfde 't niet aan. Als je betrapt werd, werd je gestraft. De controleur zei mij naar X. te gaan, dat was een communist. Toen ik daar kwam zei hij tegen mij: "Weet je wel waar je bent? Nou, dat iemand van een christelijke school bij een communist komt om meer turf te krijgen. Maar, wat heb jij zelf voor een ander over?" Ik kreeg het voor elkaar om kaas en rogge voor turf te ruilen. Wat je meer kreeg, dat ging dan naar school. Er was een vervener die een mud zaad van ons kreeg, hij reageerde: "Jullie mogen zoveel turf halen als je wilt". We tekenden geen vervoersbewijs af en hebben meerdere keren gereden. Samen met Miedema moest ik over het ijs om de turf uit het land te halen. Dat ging goed, tot we een controle tegen kwamen. Miedema stapte uit, ik tekende vlug het vervoersbewijs, Klaar! Maar ja, daar konden we toen natuurlijk ook geen gebruik meer van maken. WdV.
|
Sinds 25-03-2001 met betere foto's Sinds 1-11-2001 met nog meer foto's Nu ±260 stuks Nu ook twee nieuwe foto's op http://www.haulerwijk.com/Vooruitgang/oud_haulerwijk.htm |