Ik was 13 jaar toen ik van de openbare school naar de C.V.O. ging. Ze vonden 't denk ik niet zo leuk want we kregen onze handwerkstukjes niet mee naar de C.V.O.

De C.V.O. gebruikte toen maar 2 lokalen, het derde lokaal werd door de muziekvereniging gebruikt.

Op maandag moesten we een psalm of gezang opzeggen. Als je dat goed deed kreeg je een plaatje, had je er tien dan kreeg je een grote plaat met een bijbelse voorstelling erop; "David met de harp" of zo. Nou, die kaart was zo groot als een ansichtkaart hoor.

Op woensdagmiddag hadden we handwerken. De handwerkjuffen waren G. Dijkema-Spandaw en E. de Vries. Ik heb een keer ruzie gehad met de juf de Vries, nou! Aan het einde van de les moest ik haar stoeltje naar het turfhok brengen. Heb ik niet gedaan. De volgende morgen moest ik zeggen dat het me speet. Heb ik wel gezegd maar ik meende er niks van!

Op vrijdag had je tekenen en voorlezen dat was mooi! Meester Westers mengde zelf de kleuren voor het schilderen.

Als je een hoog cijfer voor taal had, mocht je met gekleurde inkt schrijven.

Feesten? Koninginnedag, dat was gezamenlijk feest bij ten Hoor in Waskemeer. Dat weet ik nog goed; ik heb eens een snoer "parels" gewonnen met "paardemennen"

Sinterklaasfeest was pràchtig; we kregen èchte cadeautjes!

Later was er meester Voortman. Als mevrouw Voortman weg moest, mochten wij op Bertie passen. Ook mochten (moesten) we karweitjes doen, bloemen water geven of afwassen. Dat vonden wij wel leuk.

Samen met een vriendin ging ik één keer in de week met een lijst lopen om per week een kwartje of een dubbeltje op te halen. Dat geld was voor de C.V.O. school.

Bron: Twee zusters.